Vertrouwen bouwen bij de A16

OM zowel tijdens de planvorming als bij de realisatie van de A16

Vaak worden omgevingsmanagers ingezet in de planfase van een project óf in de realisatiefase. De afgelopen 7 jaar heeft omgevingsmanager Tom Leest aan de A16 Rotterdam gewerkt in opdracht van Rijkswaterstaat. In deze aflevering vertelt hij over zijn projectervaring, wat het heeft gebracht om dit project te begeleiden zowel tijdens de voorbereiding als tijdens de uitvoering en hoe zijn werk als gemeenteraadslid hem helpt in zijn rol als omgevingsmanager.

Transcript aflevering

Carlijn: Welkom bij een nieuwe aflevering van Omgevingsmanagement, de podcast. Mijn naam is Carlijn Bergshoeff en mijn gast van vandaag is Tom Leest. Welkom Tom.

Tom: Dank je wel.

Carlijn: Wil je wat meer over jezelf vertellen?

Tom: Ja, dat wil ik wel. Mijn naam is Tom Leest en ik ben zelfstandig ondernemer en heb de afgelopen twaalf jaar denk ik wel als omgevingsmanager gewerkt voor meerdere projecten en meerdere opdrachtgevers. Maar wel de afgelopen zeven jaar als een soort rode draad voor de A16 Rotterdam, een groot project van Rijkswaterstaat.

Carlijn: Leuk! Naja, je bent natuurlijk omgevingsmanager geweest voor dat project. Wat heb je zo allemaal gedaan bij de A16?

Tom: Ja, ik heb de contacten onderhouden en relaties opgebouwd met de bestuurlijke stakeholders en dan met name gemeente Rotterdam, wat ook op zichzelf al een bastion is, een enorme organisatie om iets mee op te bouwen. Ook met Lansingerland, de andere gemeente met wie we te maken hebben. En ik was verantwoordelijk voor een deelgebied, zoals dat dan heet, waarin natuurlijk ook mensen wonen en bedrijven zijn. Dus daar heb ik ook in die tijd veel contact mee onderhouden.

Carlijn: Ja, leuk. En zeven jaar toch zei je?

Tom: Ja

Carlijn: Want volgens mij heb je dan zowel de planvorming fase meegemaakt van project als wel de contractvoorbereiding en een heel stuk realisatie.

Tom: Klopt, en dat vond ik zelf ook wel heel bijzonder om mee te maken. Dus ik kwam zo'n beetje binnen tussen ontwerp-tracébesluit en tracébesluit, een hele roerige fase met ook heel veel weerstand. Dus veel bewoners die kwamen in opstand eigenlijk tegen de snelweg en de tunnel door het Lage Bergse Bos. Die was op dat moment nog niet verdiept, dus dat was een heel gevaarte. Werd ook wel de de Palestijnse muur genoemd in het Rotterdams.

Carlijn: Wat erg, ja... En daarachter zit ook een vrij vermogende wijk, geloof ik, Hillegersberg.

Tom: Klopt, dus nou ja, veel mensen met juridische achtergrond en veel tijd. Laat ik het zomaar zeggen.

Carlijn: Die de wegen wel weten te bewandelen.

Tom: Klopt, dus dat was een hele uitdaging, maar ook hele spannende tijd en er zijn toen ook nog wel wat dingen aangepast in het tracébesluit. Ja, omgevingsmanagement is in zo'n planfase echt wel, vind ik, het middelpunt van het project, want iedereen die gaat eigenlijk voor die eerste mijlpaal: een onherroepelijk tracébesluit. En ja, hoe verder je richting realisatie gaat, hoe meer dan ook het zwaartepunt wat gaat schuiven, dus wat meer naar contractmanagement of techniek. Maar dat was een hele spannende tijd en daarna heb ik ook de aanbesteding actief meegemaakt. Dus ook in de werkgroep gezeten die het omgevingsmanagement mochten beoordelen van de gegadigden en daarna nog inderdaad een paar jaar realisatie samen met de omgevingsmanagers van de Groene Boog.

Carlijn: Ja, leuk! Ja, want volgens mij is dat in die zin ook wel vrij uniek, want bij die grote projecten zie je toch vaak dat er een soort schifting plaatsvindt op het moment dat de planvorming voorbij is, dat het team dan eigenlijk wel wordt vervangen door mensen die meer van de realisatie zijn. Dus dat je zo lang in deze verschillende fases op het project hebt gezeten, dat is dan wel echt uniek.

Tom: Ja, dat was voor mij vooral heel erg leerzaam en ik denk dat het voor de omgeving van het project en voor de projectorganisatie zelf ook wel echt een voordeel heeft gehad, omdat ik natuurlijk in de beginfase met gemeenten - maar ook met bewoners of met volkstuinverenigingen - allerlei afspraken heb gemaakt en heb vastgelegd. En die afspraken die komen dan eigenlijk allemaal in de realisatiefase weer als een soort boemerang terug van, ja, nu moet je ze ook waarmaken. En ja, toen was het nog steeds hetzelfde mannetje dat er zat.

Carlijn: Maar dat is top voor die mensen, want normaal maak je best vaak mee in projecten dat er gewoon heel veel historie is. En nou, omgevingsmanagement gaat in mijn ogen dus ook om duurzame relaties bouwen. En dan is het echt wel heel prettig inderdaad als degene met wie de afspraak is gemaakt er nog steeds is en daar ook gehoor aan geeft verder en dat mensen niet weer moeten zoeken van: Goh, wat is er eigenlijk ooit afgesproken? Want er gaan altijd dingen verloren bij de overdracht van de één naar de ander.

Tom: Precies dat. Dus dat heb ik ook teruggekregen van met name bewoners die echt wel aangaven van: nou wat fijn dat jij zolang ook onze contactpersoon bent geweest.

Carlijn: Leuk. En je vertelde net over de uitdagingen die je had in een planvorming fase en dat omgevingsmanagement dan het middelpunt van de belangstelling is. Op het moment dat je echt vol in de realisatie bent, dan is omgevingsmanagement natuurlijk ook weer super relevant. Maar wat zijn issues waar je mee te maken hebt gehad in de realisatie?

Tom: Nou ja, in de realisatiefase is er op verschillende punten in het project enorme overlast natuurlijk geweest, bijvoorbeeld aan de Rottekade, waar ontzettend veel damwanden in moest worden getrild uiteindelijk.

Carlijn: En dat zijn best wel wat oudere huisjes, geloof ik, die niet heel stevig stonden.

Tom: Klopt, dat zijn hele kwetsbare huisjes, die staan al wat wat scheef. En nou ja, voor die bewoners was - en is het eigenlijk nog steeds - een vrij stressvolle periode met heel veel hinder. Iemand noemde het wel eens een een soort openhartoperatie als je ervoor staat, met heel veel geweld op zo'n mooi idyllisch stukje van Rotterdam eigenlijk waar dan mee wordt gewerkt. Daarnaast zijn er natuurlijk altijd ook andere plekken waar je technische uitdagingen hebt of waar bewoners overlast ervaren of dat er de fasering dingen anders moeten. Dus genoeg te doen.

Carlijn: En als je zo terugkijkt is er ook bijvoorbeeld een stakeholder of één bewoner waar je nou echt wat van hebt geleerd of waarvan je zegt: Joh, die heeft me nou echt een nieuw inzicht gegeven?

Tom: Ja, er zijn er eigenlijk meerdere, want ik heb best wel respect gekregen voor veel bewoners. Maar één van de dingen die me bij staat is de voorzitter toentertijd van de volkstuinvereniging. Daar moest ik op gesprek en een deel van die volkstuinvereniging zou dan verplaatst moeten worden om ruimte te maken voor het project. En meteen eigenlijk was één van de eerste zinnen die die man uitsprak van: Ja, Tom, let wel, de mensen die hier wonen, die zijn allemaal bijna dood en die willen het liefste zo lang mogelijk blijven, maar die gaan echt nergens naartoe verhuizen. Nou, en ik vond dat gewoon zo sterk dat die dat meteen zo bam op tafel gooide. En dat heeft ook geholpen eigenlijk in het vervolg, omdat we daardoor veel meer konden nadenken over: hoe kunnen we het dan zo lang mogelijk behouden? En hoe kunnen we die mensen in ieder geval compensatie geven? En wie willen wél verhuizen? Dus op die manier gaf het een soort van versnelling in het proces om het om het allemaal te organiseren.

Carlijn: Ja, als iemand zo open is, dan kan je sowieso goed afspraken maken. Maar als je daar goed mee omgaat dan kan ik me ook wel voorstellen dat daar wel snel vertrouwen zo groeit.

Tom: Ja, dat klopt en het was echt niet de makkelijkste persoon of ja, niet alle gesprekken waren even leuk.

Carlijn: Dat hoeft ook niet.

Tom: Maar dat hielp wel. Er komen natuurlijk ook vaak emoties kijken en dat mag ook. Dat vind ik ook belangrijk dat mensen dat ook laten zien.

Carlijn: Ja je raakt mensen direct in hun leefomgeving, dus natuurlijk brengt dat emoties met zich mee.

Tom: Precies. Maar als ik dan kijk naar bewoners die ook veel voor elkaar krijgen, dat zijn dan toch vaak, ja, ik noem ze dan maar de vriendelijke pitbulls.

Carlijn: Ja.

Tom: Die die wel telkens maar blijven bellen en mailen en brieven schrijven naar de gemeenteraad en al wat meer, maar die tóch ook als een soort omgevingsmanager - zal ik maar zeggen - gaan voor een duurzame relatie, dus die niet negatief verrassen.

Carlijn: Waar je wel mee kan bouwen.

Tom: Waar je wel mee kan bouwen, ja.

Carlijn: Ja, leuk. Ja, ik gebruik altijd de term grijze maffia, maar de vriendelijke pitbulls die is nieuw voor mij, dat lijkt me er wel eentje die blijft hangen.

Tom: Oke, nou mooi.

Carlijn: Je had het net ook over dat je veel relaties hebt opgebouwd binnen de gemeente Rotterdam, binnen de gemeente Lansingerland en wat jou onderscheidt, voor mij ook als omgevingsmanager, is dat jij ook werkt als gemeenteraadslid voor de mooiste gemeente van Nederland, vind ik zelf.

Tom: Ja, Leiden.

Carlijn: Lalala leiden. Ik weet dat Leiderdorp er officieel niet bij hoort, maar ja, zo voelt het toch wel een beetje. In ieder geval: Hoe voelt dat voor jou in je werk als omgevingsmanager? Want dat kleurt ook je werk als omgevingsmanager lijkt mij.

Tom: Ja, nou ja, ik denk dat het helpt, net als dat het ook helpt als je bijvoorbeeld heel veel technische achtergrond hebt. Als omgevingsmanager helpt het mij dat ik die politieke achtergrond heb, dus dat ik gewoon wat beter begrijp hoe een wethouder denkt of hoe gemeenteraadsleden denken. Als er raadsvragen worden gesteld, dan kijk ik daar toch op een andere manier naar dan sommige collega's.

Carlijn: En hoe zou je die manier dan omschrijven of wat is het dan wat jij doet?

Tom: Nou ja, ik denk dat het ook te maken heeft met politieke sensitiviteit, dus ik voel misschien wat gemakkelijker aan wanneer iets politiek gaat worden en of het echt gaat ontploffen of niet, of de manier waarop je een issue het beste kan aanvaren. Ga je meteen escaleren naar de wethouder of hou je het nog even ambtelijk? Dat soort vragen.

Carlijn: Hangt dat ook niet af van de politicus die tegenover je zit en de ambtenaar?

Tom: Ja, natuurlijk.

Carlijn: Ja, want wat zijn nou signalen wanneer jij denkt: Oh, dit gaat politiek ontploffen, nu sta ik helemaal op scherp.

Tom: Nou ja, als je ziet dat bijvoorbeeld klachten toenemen of als je weet dat bewoners een goeie relatie hebben met de politiek, als die in het geweer komen, dan denk ik van nou, dan ben ik wel op m'n hoede. Ja, dan houd ik dat wel in de gaten. Ja, of als er raadsvragen worden gesteld, dan moeten die natuurlijk wel op tijd en op een slimme manier worden beantwoord en dan wil ik daar wel even naar kijken.

Carlijn: Ja, ja. Vraag je daar ook altijd naar als je mensen spreekt of ze nog politieke affiliates hebben?

Tom: Hoe bedoel je? Om mensen te werven?

Carlijn: Ik denk dat dat in ethisch opzicht misschien een beetje lastig ligt als je vanuit je rol vanuit opdrachtgever daar bent... Maar ja, is het bijvoorbeeld wel iets waar je naar kijkt als je mensen spreekt, bijvoorbeeld zo'n voorzitter van de tuinvereniging, ja, ik kan me voorstellen: Dat is dan toch wel maatschappelijk betrokken iemand, dat die dan ook misschien wel politieke lijntjes heeft. Maar zijn dat dingen waar je misschien meer of sneller naar kijkt dan gemiddeld? Scan jij daar ook op? Of niet?

Tom: Nou, ik denk dat het altijd wel goed is om mensen een beetje te kennen en dus ook te weten of ze die politieke associaties hebben of bij een partij horen. Maar ik zie dat toch ook wel los van mijn werk als omgevingsmanager, dus iedereen mag weten dat ik voor de VVD Leiden actief ben. Maar het heeft niets te maken met mijn werk als omgevingsmanager.

Carlijn: Nee, nee, het is niet alsof je voor de D66 lid zou zijn, dat je dan je werk anders zou doen? Nee.

Tom: Nee, absoluut niet, dus het is meer zo: Ik ben gemeenteraadslid, dus daardoor kan ik misschien nou ja, bepaalde dingen iets beter inschatten of heb ik wat meer gevoel voor hoe processen lopen politiek-bestuurlijk, maar meer dan dat is het ook weer niet.

Carlijn: En andersom, profiteer je ook in je werk als gemeenteraadslid weer van je werk als omgevingsmanager?

Tom: Absoluut ja, want ook als gemeenteraadslid ben je natuurlijk vaak in situaties waarin je met bewoners moet spreken, dus bepaalde vaardigheden die je als omgevingsmanager hebt, die heb je ook hard nodig als gemeenteraadslid.

Carlijn: Wat voor vaardigheden denk je dan aan?

Tom: Dan denk ik aan het voeren van moeilijke gesprekken. Maar ook, als raadslid, ben je natuurlijk vaak bezig met het creëren van de meerderheid en moet je dus ook rekening houden met alle belangen die aan tafel zitten. Want als ik met een motie kom en die is alleen maar gericht op ons eigen belang, voor mijn eigen partij, dan gaat die het niet halen. Dus ik moet daar wel zorgen dat er een paar bullets in staan die ook aanspreken bij andere partijen, waardoor ik wat meer stemmen krijg. In die zin, ja, ben ik daar wel natuurlijk mee bezig en dan helpt het dat je ook in je rol als omgevingsmanager dat soort dingen doet.

Carlijn: Dan komt die kennis van de Mutual Gains Approach toch weer eventjes handig onder hoek kijken.

Tom: Precies dat.

Carlijn: Ja, leuk. Hé en ik denk dat jij ook heel veel tips hebt voor andere omgevingsmanagers.

Tom: Uiteraard.

Carlijn: Wil je daar wat meer over vertellen?

Tom: Ja, wat ik zelf vind, als omgevingsmanager is misschien wel 70 procent van je werk helaas - of nou ik weet niet of het helaas is - intern gericht. Dus vaak zijn de hobbels die je moet nemen in je eigen organisatie nog groter dan met de buitenwereld. Maar wat ik vaak zie, is dat daar dan toch vanuit omgevingsmanagers te weinig aandacht voor is. Dus mijn tip zou eigenlijk zijn: neem zoveel mogelijk collega's ook mee in je werk, wat je doet, waar je tegenaan loopt. Ik heb zelf bijvoorbeeld wel eens een sessie georganiseerd voor het hele project, waarin een soort van dilemma's werden behandeld waarin iedereen even in de huid moest kruipen van de omgevingsmanager. En dat heeft volgens mij ook wel geholpen in begrip of in wat meer respect voor wat wij als omgevingsteam doen voor het project.

Carlijn: Maar ook de omgeving sensitiviteit, dus dat mensen wat sneller, ook in hun eigen werk, zich afvragen van: Oké, dit is misschien technisch goed of financieel goed of binnen het contract goed, maar wat betekent het eigenlijk voor de omgeving? Ik denk dat daar concessies ook heel erg voor helpen.

Tom: Klopt, klopt. Want ja, iedereen zou zich moeten kunnen indenken hoe het is als bewoner of als belanghebbende, want we wonen allemaal ergens. Maar in de praktijk is dat dus toch vaak wat lastiger voor sommige mensen...

Carlijn: Techneuten, je mag het zeggen, techneuten.

Tom: Bijvoorbeeld techneuten.

Carlijn: Haha, je bent wel tactvol. Nou en waarom ik ook aan sla op je tip: Kijk, ik vind heel belangrijk om vertrouwen te kweken bij omwonenden, dus als jij A zegt dat ook A is en niet wat anders, en daarom is je intern stakeholder management ook echt heel belangrijk, vind ik. Dat als je alles in rij en gelid hebt en dat je wat toezegt dat dat het ook echt is en dat je niet verrast wordt door je eigen organisatie, later down de road, dat je toch toezeggingen niet waar kan maken.

Tom: Klopt en dat brengt me dan eigenlijk wel bij de tweede tip, want ik vind het ook belangrijk om stakeholders - of dat dan bestuurlijke stakeholders zijn of bewoners - ook te laten zien wat je hebt gedaan. Dus ik vertel ook altijd op welke manier ik iemand zijn vraag of wens in de organisatie heb gebracht, hoe hard ik daar al dan niet voor heb gewerkt en wat uiteindelijk dan het resultaat is. En ik merk: Dat geeft veel meer inzicht bij omwonenden bijvoorbeeld en geeft veel meer respect van: Nou, die Tom is echt goed voor mij bezig geweest. En ja, het is misschien niet allemaal gelukt, maar ik ben wel blij dat hij zijn best heeft gedaan.

Carlijn: Ja, dus dan kunnen ze het proces steunen. Dan is de uitkomst misschien niet wat ze willen, maar dan kunnen ze op die manier toch vrede hebben met de uitkomst.

Tom: Klopt, want je werkt als omgevingsmanager natuurlijk voor een organisatie, die betaalt je. Ik zit dan namens Rijkswaterstaat aan tafel en ik zou dan kunnen zeggen van: Nee, mevrouw, die geluidswal die krijgt u niet in uw achtertuin, want die is te duur. Maar ik vind het dus ook belangrijk om wel toe te lichten wat ik er zelf aan heb gedaan en wat ik heb uitgezocht. Dat geeft wat meer context ook en ik merk wel dat dat troostend is.

Carlijn: Ik kan me dat wel voorstellen, inderdaad. Ja, dat is weer een beetje een open deur, maar dan voelen mensen zich wel echt gehoord.

Tom: Ja, absoluut. En serieus genomen. Dat er toch wel iemand voor ze is gaan lopen en ja, of dat dan lukt of niet, dat is dan een tweede.

Carlijn: Maar wel echt dat alle belangen zijn meegewogen en meegenomen.

Tom: Ja precies.

Carlijn: Nou Tom, mag ik heel erg bedanken voor je verhaal.

Tom: Ja, graag gedaan.

Carlijn: Leuk om een kijkje in jouw keuken te krijgen!

Tom: Ja, nou, ik vond het ook leuk.

Carlijn: Nou goed, om te horen. Lijkt het je leuk om meer te leren over omgevingsmanagement, dan kan je je weer aanmelden voor nieuwe cursussen. De eerstvolgende vindt plaats op 21 februari. Je kan meer informatie lezen op mijn website: onbeperktomgevingsmanagement.nl, dank je wel voor het luisteren.