Proeven aan aardgasvrij

Welke issues spelen bij het aardgasvrij maken van Overvecht-Noord?

Voor 2030 wil de gemeente Utrecht de wijk Overvecht-Noord transformeren tot een aardgasvrije wijk. Een opdracht waar het nut en de noodzaak voor alle belanghebbenden steeds duidelijker wordt sinds de oorlog in Oekraïne. Toch heeft het heel wat voeten in de aarde om dit project goed te begeleiden. Omgevingsmanager Daan Giebels vertelt er alles over!

Transcript aflevering

Carlijn: Welkom bij een nieuwe aflevering van Omgevingsmanagement, de podcast. Mijn naam is Carlijn Bergshoeff en mijn gast van vandaag is Daan Giebels. Welkom, Daan.

Daan: Ja, hallo Carlijn, bedankt voor de uitnodiging. Ik heb er zin in.

Carlijn: Ja, ik ook. Wil je wat meer vertellen over jezelf?

Daan: Yes, ik ben Daan Giebels. Ik werk als omgevingsmanager bij de gemeente Utrecht en daar doe ik onder andere het project "Overvecht-Noord aardgasvrij" en ben ik ook aan het denken van: Hé, hoe kunnen we dadelijk de participatie vormgeven in al die andere buurten die zometeen ook aan de beurt zijn?

Carlijn: Ja, leuk, want aardgas vrij, ik heb daar natuurlijk wel een voorstelling bij, maar ja, wil je wat meer vertellen ook over het project? Wat houdt het in? Wat is je opgave?

Daan: Ja, heel Nederland moet natuurlijk aardgasvrij worden, heel Utrecht dus ook in 2050. We zijn begonnen in Overvecht-Noord in 2017 als eerste project. Dat is ook een onderdeel van de proeftuin aardgasvrije wijken en daar zijn we nu al een stuk verder. We gaan nu eigenlijk beginnen aan twintig nieuwe buurten in Utrecht. Dus we zijn heel veel nieuwe mensen aan het werven om in al die gebieden aan de slag te gaan. Eigenlijk werken we nu toe naar wijkuitvoeringsplannen. Die moeten door de gemeenteraad goedgekeurd worden en we werken daarin in drie stappen. Dus we brengen eerst de buurt heel goed in kaart. Daar maken we buurtprofielen van. Dat gaat zowel om fysieke data als om sociale data, dus we willen echt een beeld krijgen van: Hoe ziet die wijk nou echt in elkaar? Dan gaan we ook met belangrijke mensen in de wijk spreken. In Overvecht heb je bijvoorbeeld BO-ers, dat zijn bekende Overvechters.

Carlijn: Oh, geweldig!

Daan: Ja, dat is heel leuk, dus die weten heel veel van de wijk en daardoor krijg je een heel goed beeld van wie er in die wijk wonen. Dus dat is de eerste stap. En als we dat buurtprofiel hebben afgerond, dan gaan we een moment prikken in de wijk waarin we echt gaan beginnen. Dat kan een startbijeenkomst zijn, echt een informatiebijeenkomst, maar het moet vooral moment zijn die past bij de wijk. Dus ik kan me ook voorstellen dat je in bepaalde wijken bijvoorbeeld met een koffiekar op vijf verschillende plekken in de wijk gaat staan. En als we dat startmoment hebben gehad, dan gaan we een soort van onderzoeksfase in en gaan we schrijven aan het wijkuitvoeringsplan. Ook in die fase kunnen bewoners op verschillende manieren meedenken. We willen een soort van spoor inrichten voor mensen die echt doeners zijn - dus minder de denkers maar echt de doeners - dus die tochtstrip ophangen of die op hun manier een steentje willen bijdragen. We willen een soort van John Factfinding proces gaan doorlopen met bewoners die echt gaan inzoomen op: Wat is nou een goede warmte oplossing voor de wijk? En een spoor met van een buurtinitiatief, dus mensen die in hun sub-buurtje zelf willen kijken van: Kunnen we hier een mooi warmte-alternatief realiseren? Dus dat zijn eigenlijk de sporen. Dan schrijven we aan een wijkuitvoeringsplan. Dat wijkuitvoeringsplan wordt ook nog in concept-versie besproken met heel de wijk. Daar zijn we nu in Overvecht-Noord druk mee bezig. Dus zo'n wijkuitvoeringsplan gaat er echt voor van: Hé, zoveel gaat het me kosten, zo gaat die transitie naar aardgasvrij eruit zien, zo doen we dat in de wijk. Dat is de planning, dus je kunt niet heel de wijk in één keer aanpakken. Dus ik ben nu aan het denken: Hé, hoe kunnen we dat op een mooie manier in Overvecht-Noord gaan bespreken? Nou, dan gaat zo'n wijkuitvoeringsplan naar de gemeenteraad toe. Als die gemeenteraad dat goedkeurt dan kunnen we echt een aanbod doen. Dus dan doet het warmtebedrijf, als het een warmtenet wordt, een aanbieding en dan gaan we de mensen van het gas afhalen.

Carlijn: En dan moeten dus, neem ik aan, gewoon alle straten open, alle huizen aangesloten worden... Klopt dat?

Daan: Ja klopt, dus dat is best wel een flinke operatie. Je moet bij iedereen achter de voordeur komen. Dus dat gaat echt een opgave worden. We hebben ook gezegd: We gaan het al lerende doen en Overvecht-Noord is echt onze eerste testcase. Ik ben benieuwd. Ik heb vooral heel veel zin om echt aan de slag te gaan, mensen een aanbod te kunnen doen, die gesprekken ook te kunnen gaan voeren, want we verwachten dat we echt, vooral in die eerste wijken, nog keukentafelgesprekken moeten gaan voeren en bij iedereen langs moeten gaan om goed uit te leggen hoe die transitie eruit gaat zien.

Carlijn: Want ik begreep ook dat er een soort van financiële component aan zit voor de bewoners, toch?

Daan: Ja klopt en dat zijn we nu heel erg aan het uitzoeken van: Hoeveel wordt die eigen bijdrage? En ja, daar hebben we nog geen ei over gelegd.

Carlijn: Want wat nou als je iemand hebt die zegt: Ik heb liever aardgas.

Daan: Ja, vooralsnog kan dat gewoon. Er wordt wel aan wetgeving vanuit de Rijksoverheid gewerkt om het gas echt af te koppelen, dus dan geven ze de gemeenteraad de optie om te zeggen: Nou, binnen acht jaar gaat het gas hier gewoon weg en dan zullen mensen echt moeten. Maar wij gaan niemand verplichten om - in Overvecht-Noord wordt het bijvoorbeeld voor grote delen van de wijk waarschijnlijk stadswarmte - op die stadswarmte gaan. Dus als mensen zeggen: Joh, ik heb een minstens zo duurzaam alternatief, bijvoorbeeld een warmtepomp, dan staat het mensen vrij om hun woning aan te passen en hun huis te gaan verwarmen met een warmtepomp.

Carlijn: Ja, maar mensen moeten dus sowieso wel betalen om duurzamer te gaan leven?

Daan: Ja, dat is nu de vraag die nu in ons project team ook ligt, van: Hoe hoog wordt die eigen bijdrage en wat vinden we reëel? We hebben in ieder geval gezegd - en dat staat ook bij onze raad: Het moet betaalbaar zijn. En dan zitten wij ook nog wel een beetje te kijken naar de Rijksoverheid van: Ja, betaalbaar kun je op heel veel manieren uitleggen. Zullen we daar één definitie van pakken? Dus het is nog een beetje zoeken naar: Wat is dan betaalbaarheid precies? Ze hebben altijd gezegd: Het moet niet meer gaan kosten dan dat je nu betaalt, dus je woonlasten moeten niet gaan stijgen. Die moeten of gelijk blijven of dalen. Dus daar binnen moet je een oplossing zoeken.

Carlijn: Ja, want ik vind dit juist wel een heel boeiend component, omdat dit naar mijn mening jouw project wel echt anders maakt dan andere projecten. Ik bedoel, meestal worden mensen geraakt in hun belang, maar dan gaat dat meer over hun leefomgeving, maar niet in hun portemonnee. Dus dat vind ik super boeiend dan weer aan jouw project. Maar wat zijn nog meer issues waar je tegenaan loopt als je nu met deze, ja, verkenning is het nu nog, bezig bent?

Daan: Ja, nou, ik denk dat er een aantal issues zijn. Als je in Overvecht-Noord inzoomt, zit er gewoon een groot wantrouwen bij bewoners richting de overheid, maar ook andere grote organisaties.

Carlijn: Is Overvecht niet een oude vogelaarwijk?

Daan: Ja, klopt, klopt en nog steeds een kwetsbare wijk. Er wordt ook nog heel veel geld in gestopt om die mensen te helpen. Maar je ziet het bijvoorbeeld ook in de opkomst bij de laatste verkiezingen, dat is 40 procent. Dat is verreweg het laatste in Utrecht. Dus je ziet dat wantrouwen gewoon en ja, je moet op een gegeven moment bij iedereen achter de voordeur komen, dus iedereen moet de deur voor je open doen. Dus daar zit echt de grote opgave in van: Hoe ga je dat realiseren? En we hebben wel ook in andere projecten gezien dat, zelfs al worden mensen er beter van, dus bijvoorbeeld als ze bij woningcorporaties zonnepanelen op de daken krijgen - dat kost ze dan bijvoorbeeld vijf euro in de maand, maar dan krijgen ze vijftien euro voor terug of twintig euro - dan kunnen ze dus vijftien euro per maand verdienen, maar ze doen het dan niet, omdat er dan dat wantrouwen ligt.

Carlijn: Lijkt mij trouwens een prima deal.

Daan: Ja klopt, maar toch, omdat mensen zo'n wantrouwen hebben, doen ze de deur niet open of tekenen ze het niet.

Carlijn: Loop jij daar nu ook tegenaan?

Daan: Ja, nu nog minder, maar als we dadelijk echt in die aanbod fase komen... Ik denk dat je daar dan wel tegenaan gaat lopen, dus ik denk dat we daar slimme oplossingen voor moeten creëren.

Carlijn: Nou, ik vind het al behoorlijk slim als ik het zo hoor dat jullie de BO-ers spreken, want als je daar het vertrouwen wint, dan denk ik wel dat dat je gaat helpen.

Daan: Ja klopt, we werken dus ook heel veel met intermediairs, dus mensen die de wijk een stuk beter kennen en die boodschap voor ons vertellen.

Carlijn: Wat voor mensen moet ik dan aan denken? Wie zou intermediair kunnen worden?

Daan: Nou, in Overvecht hebben bijvoorbeeld wijkambassadeurs die de boodschap kunnen vertellen, dus die heel veel mensen in de wijk spreken. En ik denk dat als je als gemeente met een gemeentelogo aan de deur staat, dan krijg je gewoon een andere vibe, dus daar moeten we iets op verzinnen.

Carlijn: Ja.

Daan: Ja.

Carlijn: Ja, dat kan ik me wel voorstellen. Hé, ik begrijp dat de gemeente Utrecht niet standaard bij ieder project omgevingsmanagers inzet. Klopt dat?

Daan: Nee, klopt, we hebben hier voor de transitie aardgasvrij echt bewust gekozen om wel met de omgevingsmanagers te werken, omdat het zo'n complexe opgave is en omdat het iedereen gaat raken. Dus je komt bij iedereen achter de voordeur. Er spelen heel veel vragen in de wijk en daarom werken we met de omgevingsmanager om ook één gezicht te creëren die daar aan de slag gaat. En dan gaat het niet alleen om aardgas vrij, maar ik werk bijvoorbeeld ook aan de verduurzaming van huizen en we kijken van: Hé, als daar ideeën zijn vanuit de wijk om een bepaalde isolatie klus op te pakken of om samen te gaan isoleren, hoe kun je daar dan als gemeente een bijdrage aan leven?

Carlijn: Ja, dat lijkt me best wel slim, als mensen wantrouwend zijn, maar ze hebben wel eigen initiatieven, dat het best wel slim is om daarbij aan te sluiten en dat dat wel een manier is om vertrouwen te winnen van de omwonenden.

Daan: Ja, klopt, dus dat doen we ook echt en we zijn nu ook aan het kijken van: Hé, hoe kunnen we van heel die transitie een meer sociale transitie maken en hoe kunnen we meekoppelen aan de kansen die er liggen? Dat gaat onder andere over: Als er een weg opengebroken wordt, hoe kun je die dan mooier en beter terugleggen. En ook één die aansluit bij de wensen en behoeften die er spelen in de wijk. En ook van: Hoe kun je de kansen die er liggen benutten? Dus in Overvecht is er bijvoorbeeld veel werkloosheid. Nou, er gaat een hele transitie starten in de wijk. Al die straten moeten open gemaakt worden, dus er zijn echt handjes nodig, dus hoe kun je daar nou een slimme combinatie van maken?

Carlijn: Ja, leuk, en wat zijn dan bijvoorbeeld buurtinitiatieven waar je nu op dit moment bij aansluit of waar je mee in gesprek bent?

Daan: Ja, er zijn heel veel verschillende buurtinitiatieven, maar er zijn ook buurtinitiatieven in de wijk die kijken naar: Wat is de meest geschikte warmteoplossing voor ons? Dus daar haak je bij aan. En ja, wat wel leuk is, is dat ondanks dat die transitie natuurlijk heel veel weerstand met zich meebrengt - dat brengt heel veel stress ook voor mensen mee - je ziet dat ze in sommige buurten elkaar juist meer spreken. Dus dat is ook wel mooi, dus dat die buurtinitiatieven echt voor verbindingen kunnen zorgen.

Carlijn: Ja, dat de cohesie groeit in de wijk eigenlijk?

Daan: Ja, inderdaad, niet overal natuurlijk, maar we hebben delen waar dat wel zo is. Ik denk wel dat als je allemaal, nou, ik noemde het al een probleem, maar in ieder geval allemaal deze transitie doormaakt dat dat ook een band kan scheppen. Dat je naar je buren gaat van: Hé, hoe werkt dat? En hoe vind jij dat? En wat vind jij van de plannen van de gemeente?

Carlijn: Op zich zie je dat natuurlijk overal waar je komt als omgevingsmanager. Actiegroepen, wijkraden, buurtraden. Ik heb volgens mij ook weleens gelezen dat weinig dingen zo voor verbinding zorgen als een gemeenschappelijke vijand.

Daan: Dat kan ik me voorstellen.

Carlijn: Nu is dit in dit geval geen vijand, maar ik kan me dat wel voorstellen inderdaad, dat dat voor verbroedering zorgt, omdat mensen samenwerken.

Daan: Ja, ja, en ik hoop niet dat bewoners ons zien als de vijand.

Carlijn: Ik mag hopen van niet.

Daan: Maar je merkt wel dat die weerstand zo heftig is, ja, dat dat soms wel zo kan voelen.

Carlijn: Heb jij er ook zicht op of er in andere gemeenten wordt gewerkt aan aardgasvrij en waar ze daar tegenaan lopen? Is daar nog iets van een netwerkje van of leren jullie van elkaar?

Daan: Ja, daar leren we zeker van. We spreken ook de G4 gemeenten best wel vaak. Ik heb bijvoorbeeld bijvoorbeeld goed contact met Rotterdam, die eigenlijk in dezelfde soort wijken als Overvecht-Noord aan de slag gaan, dus daar leer je heel veel van.

Carlijn: Wat maakt dat jullie starten in vogelaarwijken en niet in de villawijken?

Daan: Ja, dat komt eigenlijk omdat hier in Overvecht-Noord al heel veel aan stadswarmte netwerk lag en de woningcorporaties gingen aan de slag. De woningcorporaties gingen aan de slag met het verduurzamen van hun panden, dus dat was een mooie kans om daarop aan te haken.

Carlijn: Ja, dat is eigenlijk je eerste werk-met-werk voorstel.

Daan: Ja, klopt, klopt, ja precies. En het is ook... Kijk: In Overvecht-Noord hebben we de tijd op 2030 gezet. In 2030 willen we daar van het gas af zijn en in die twintig andere buurten waar we daarna gaan starten, is dat 2034. Dus het is nu ook niet zo dat het een heel groot verschil is.

Carlijn: Is het haalbaar, 2030?

Daan: Het is wel haalbaar, al zie je wel dat we al sinds 2017 bezig zijn, dus we zijn echt al lang bezig. Dat proces hopen we dadelijk in die andere buurt echt te kunnen versnellen.

Carlijn: Door de lessen die je leert hier in het je eerste project eigenlijk?

Daan: Ja dat, en je ziet gewoon dat er heel veel ontwikkeling is, met wetgeving, met subsidies die eraan komen, dus dat maakt het hopelijk een stukje makkelijker. En ik denk ook wel dat na het bericht dat we in 2017 hebben verstuurd - en als we dadelijk in die andere wijken gaan starten - het gevoel anders is. In 2017 was aardgasvrij toch nog een beetje ver van mijn bed show. Toen waren we echt de eerste. Nu merk je ook wel - en ik denk dat daar de hele crisis en de oorlog in Oekraïne ook wel aan hebben bijgedragen - dat het iets anders is geworden. Dus dat iedereen wel het besef heeft. Ik hoef ook bijna niemand meer te overtuigen dat het gaat gebeuren. Dus iedereen heeft wel echt het besef van: Het gaat gebeuren. En ik denk dat dat in 2017 echt anders was. Ik was er niet bij, maar ik kan me voorstellen dat het echt anders was.

Carlijn: Ja, dus eigenlijk is het een golf die nu even goed moet uitrijden, want ik denk wel dat mensen inderdaad nu meer de noodzaak zien van de verandering.

Daan: Ja klopt, al dalen de gasprijzen nu ook weer...

Carlijn: Wat op zich goed nieuws is, maar het is wel duidelijker geworden aan iedereen denk ik dat het systeem kwetsbaar is.

Daan: Ja, klopt, klopt.

Carlijn: Ja, ik ben heel benieuwd hoe je project verder gaat, want ik denk dat dit een hele grote ontwikkeling gaat worden. Ja, hoe wij ooit op dit interview zijn gekomen, natuurlijk: De meeste omgevingsmanagers werken in de infra en jij zit echt in een totaal ander project. Dat vind ik super boeiend, maar ik denk wel dat dit echt wel iets van de toekomst gaat worden, dat steeds meer initiatieven op het gebied van duurzaamheid gaan komen, waar ook echt goed omgevingsmanagement voor nodig is.

Daan: Ja klopt, dat denk ik ook. En ik denk dat het heel waardevol is om één gezichtspunt in de wijk te hebben die daarmee bezig is, omdat je zo'n transitie niet in je eentje kunt doorlopen als gemeente, dus je hebt bewoners nodig, je hebt je samenwerkende partners nodig, bijvoorbeeld je woningcorporaties. Dus ja, je moet het echt samen doen en ik denk dat een omgevingsmanager daar heel goed bij kan helpen.

Carlijn: Ja, de spil in het web.

Daan: Ja, zeker.

Carlijn: Ik vond het onwijs leuk om je verhaal te horen, Daan. Ik wil je heel graag bedanken voor je komst.

Daan: Ja, graag gedaan.

Carlijn: En nou, bedankt voor het luisteren.