Netbeheer in een wereld vol nieuwe energie

Hoe ziet OM bij Stedin eruit?

Omgevingsmanagement wordt tegenwoordig niet alleen breder uitgerold binnen overheden en de aannemerij, ook de kabels en leidingeigenaren gaan hiermee flink aan de slag. Ada Haasnoot heeft een paar jaar geleden de overstap gemaakt van de civiele wereld naar Stedin. In deze aflevering vertelt ze wat Stedin voor werkzaamheden uitvoert, hoe omgevingsmanagement daarbij nodig is en wat de uitdagingen zijn die ze daarbij tegenkomt.

Transcript aflevering

Carlijn: Welkom bij een nieuwe aflevering van Omgevingsmanagement, de podcast. Mijn naam is Carlijn Bergshoeff en mijn gast van vandaag is Ada Haasnoot. Welkom, Ada.

Ada: Dank je wel.

Carlijn: Wil je wat vertellen over jezelf?

Ada: Ja, nou, mijn naam is Ada Haasnoot en ik werk als omgevingsmanager voor de afdeling zakelijk complex bij Stedin. Stedin is een netbeheerder in Zuid-Holland, Zeeland en een deel van Utrecht.

Carlijn: Ja, leuk, vertel eens, wat doet Stedin als netbeheerder exact?

Ada: Zij bouwen eigenlijk elektriciteitsstations - hoogspanningsstations - en die hoogspanningsstations die distribueren de elektriciteit richting de woningen, dus we transformeren dat. Dus de stroom die binnen in dat station komt, transformeren we, veranderen we naar kleinere eenheden, om ze bij jou thuis in de meterkast te brengen. En ja, we transporteren gas en elektriciteit.

Carlijn: Ook gas?

Ada: Ook gas, ja.

Carlijn: Oké. En hoe heette die afdeling waar je zei dat je werkte?

Ada: Dat is zakelijk complex, dus dat zijn de hele grote verbindingen. Dan heb je het echt over gigantische vermogens die over het net gestuurd worden. Dus dat zijn niet de kabeltjes die je binnen in je huis ziet, maar wel echt mega groot en ook de hele grote stations.

Carlijn: Denk ik dan aan de 380-kV?

00:01:26
Ada: Nee, dat is TenneT. De Nederlandse energiemarkt is verdeeld in een gereguleerde markt en bovenin is de staat aandeelhouder bij TenneT en dat zijn die 380-kV´s die je net noemde. Daarnaast is Gasunie er voor het gas. En ja, TenneT die zorgt dat het in een transformatorstation omgezet wordt naar stroom die wij kunnen verwerken, die wij kunnen transporteren. En bij ons gaat die weer naar een ander station en dan naar een tussenstation en zo maak je steeds kleinere eenheden die bij jou in huis passen. Zou je dat niet doen, dan krijg je een situatie als Dronten bijvoorbeeld, van de zomer. Daar is toen toch wel het één en ander misgegaan met een verbinding. En dan zie je ook wat er gebeurt als die stroom ontsnapt uit zo'n transformatorstation en zich naar buiten toe beweegt. Dan krijg je echt wel hele nare situaties op het net.

Carlijn: Ja, ja, want ja, ik kom eigenlijk uit de infra natuurlijk en wegen zijn heel zichtbaar en dat zien we allemaal en dat weten we allemaal. Maar wat Stedin doet, uiteindelijk komen we daar ook allemaal mee in aanraking. Alleen dat is een stuk minder zichtbaar voor de mensen natuurlijk.

Ada: Oké, een stuk minder. Soms wel hoor, we hebben ook wel verbindingen die boven de grond zijn, net zoals TenneT. Technisch is het nog niet zo goed mogelijk om 380-kV van TenneT echt helemaal onder de grond te brengen. Vandaar dat je dat ook in masten ziet. Stedin heeft ook wel masten, maar lang niet zoveel, omdat wij onze verbindingen technisch wel onder de grond kunnen brengen. Betekent wel dat het meeste werk boven de grond wel nog moet gebeuren, hè. Als omgevingsmanager moet je ook zorgen dat die verbindingen met vergunningen en dergelijke en met de bewoners worden besproken, etcetera. Dus het is allemaal verder hetzelfde als omgevingsmanager in de infratechniek of civiele techniek. Maar ja, je ziet uiteindelijk van het eindresultaat als het goed is niets meer. En dat is wel het grote verschil. Ik ben ook wel omgevingsmanager geweest in de civiele techniek, bijna negentien jaar. Ja, dan kijk je terug en denk je: Oh, daar ben ik geweest. En ik rijd nog wel eens eens stiekem rondje door de landtunnel van de A2 bij Utrecht. Daar rijd ik nog wel eens stiekem een rondje doorheen om te kijken van: Oh weet je nog, toen hebben we dat en dat gedaan.

Carlijn: Genieten is dat dan he?

Ada: Ja, dat is echt genieten, dat is echt fantastisch.

Carlijn: Ja, een guilty pleasure. Zo rijd ik ook altijd graag tussen de A4 Delft-Schiedam. En dan zie ik al die viaducten die toen op papier stonden. En dan zie ik het nu in het echt en dan denk ik: Ja...

Ada: Dat kan ik me zo goed voorstellen. En ik rijd dus ook op die A4 en zelfs dan denk ik: Wat is dat knap gemaakt en die belichting vind het mooi en wat zou daar op het maaiveld van te zien zijn? En ja, dat soort dingen, ja, ik kan me dat zo goed voorstellen. Nou, dat heb ik met de hogesnelheidslijn ook, en met een stukje A28. En ja, het is zo'n mooi vak wat dat betreft en dat heb je bij Stedin een stuk minder, want je ziet het niet, maar ik heb er wel hele goede herinneringen aan en ik weet ook precies wat er dan gemaakt is. Van de zomer hebben bijvoorbeeld zestig hoogspanningsmasten onderhouden, dat noemen wij conserveren. Dan worden ze netjes geschuurd, dan wordt het geplamuurd, net zoals je dat ook wel eens in je huis doet. Roest wordt weggehaald, want ja, die masten mogen natuurlijk niet gaan wiebelen en die moeten heel goed onderhouden blijven om te blijven staan.

Carlijn: Veiligheid speelt wel echt een grote rol, hé?

Ada: Ja, ik mag dus als omgevingsmanager niet zomaar een terrein op van een hoogspanningsstation en dan, ja, zonder toestemming, zomaar zo'n station naar binnen. Dat moet ik altijd onder begeleiding doen, want je moet heel goed opgeleid zijn om dat te mogen doen.

Carlijn: Wat ik me afvraag: De liefde voor het resultaat is heel duidelijk als je in het civiele werkt. Wat brengt de liefde als je voor de projecten werkt waar je nu voor werkt?

Ada: Dat is inderdaad een iets andere dimensie en dat heeft ook wel te maken met de keuze voor Stedin uiteindelijk, want daar heb ik uiteindelijk toch voor gekozen een paar jaar geleden. Dat is de maatschappelijke dimensie die het vak heeft. Op het moment dat je zo'n grote verbinding aanlegt, dan weet je gewoon: Ja, wij laten straks voor dat nageslacht wel een energievoorziening achter, die je weliswaar niet ziet, maar die er wel degelijk is. En het bouwen van stations bijvoorbeeld, dat geeft toch een extra voldoening dat je denkt: Ja, straks hebben we daar verschrikkelijk veel plezier van en dat neemt een beetje de plaats in van die trots die je dan hebt als je door een tunnel rijdt en dat stiekeme rondje dat je rijdt. Dat heb ik nu wel in gedachte van: Oh, ja, ik weet nu wat er ligt en ik weet waar het ligt en hoeveel huishoudens kun je daar wel niet mee vullen?

Carlijn: Meer zingeving in die zin?

Ada: Nou ja, dat was met de civiele techniek ook wel hoor, daar had ik ook ontzettend veel plezier in, maar de liefde voor je vak, voor het omgevingsmanagement heeft sowieso, denk ik, te maken met het resultaat. Je bent altijd met toekomst bezig, met het verbeteren van infrastructuur, met het verbeteren van ondergrondse infrastructuur en daarin wijkt eigenlijk de lol die je ervan hebt, niet zo heel veel af. Alleen ik mis het zichtbare wel een klein beetje.

Carlijn: Ja, dat kan ik me voorstellen. Hé, en duurzaamheid, speelt dat nog een grote rol bij jullie, want je hoort van alles over de energietransitie. Ik kan me zo voorstellen dat dat in jouw projecten ook wel een rol speelt.

Ada: Energietransitie wel, maar op de achtergrond. Je weet waar je het voor doet. In juni 2019 heeft Nederland beloofd om, nou, 35 Terawattuur aan energie om te zetten van fossiele energie naar duurzame energie. Die duurzame energie moet opgewekt worden met zonnepanelen, met windmolens en ja, daar kan je van alles van vinden, maar het moet ook getransporteerd worden. Het moet omgezet worden naar bruikbare stroom bij jou in huis of bij jou in het bedrijf.

Carlijn: En daar ligt de uitdaging voor Stedin?

Ada: Dat is de uitdaging van Stedin. Wij kunnen dat ook niet weigeren, ook wettelijk niet. We zijn verplicht tot aansluiten, dus ja, dat geeft een enorme opgave mee en dat betekent dus ook dat we heel hard aan het bouwen zijn aan ondergrondse verbindingen, het instandhouden van de bovengrondse verbindingen, maar daarnaast ook het bouwen van die stations. Dat is ontzettend belangrijk.

Carlijn: En wat zijn dan de uitdagingen die je daarbij als omgevingsmanager tegenkomt?

Ada: Nou, dat is verschillend. We hebben verschillende soorten omgevingsmanagers bij Stedin. Er zijn omgevingsmanagers die bijvoorbeeld zoeken naar ruimte om fysiek te kunnen bouwen. Ze bepalen niet waar dat precies is. Daar zijn andere knappe koppen bij ons voor, maar zij gaan wel in een bepaald gebied zoeken naar grond bijvoorbeeld. Nou, dat is heel lastig, want je kunt niet bij voorbaat grond gaan kopen. Dat mag Stedin niet. Je mag als Stedin zijn de geen enkele vorm van speculatie doen.

Carlijn: Ja, dus als je grond aankoopt, dan moet je daar ook echt gaan bouwen?

Ada: Dan moet je echt gaan bouwen. Dan mag je dat niet heel lang laten liggen, want dat neigt naar speculeren en wij hebben het toezicht van de autoriteit Klant en Markt, en die zegt: Ja, speculaties, niet aan de orde. Mag totaal niet. En die controleert dat ook heel streng. En dat doet ze in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Ja, en daar moet je je gewoon echt aan de regels houden. Dus dat is al heel moeilijk, hè. Je kunt dus niet op voorhand allerlei percelen reserveren voor Stedin. Dat kan al niet. Betekent dus dat je in een hele grote markt vist, waar je maar een heel klein deeltje van kunt krijgen.

Carlijn: Ja, en als je wat koopt, dan moet je dus ook vrij snel daarna starten met bouwen.

Ada: Starten met bouwen. En we hebben natuurlijk grote percelen nodig. Als ik bijvoorbeeld kijk naar de Zuidplaspolder. De Zuidplaspolder heeft een terrein voor een schakeltuin plus station van TenneT, Liander, Alliander en van Stedin. Daar werken we met z'n drieën, maar dan hebben we wel 4,5/5 hectare nodig.

Carlijn: Nou, dat is fors.

Ada: Dat is fors. Dus, nou ja, kijk maar naar een gewoon station. Daar heb je echt een hoop ruimte nodig, plus wat je in de ondergrond niet ziet, namelijk de leidingstroken die naar zo'n station toeleiden. Ja, dat zijn gigantische oppervlakten onder de grond en het is al heel erg druk.

Carlijn: Is het dan ook nog spannend, als in... Grond heeft dan natuurlijk ook nog een bepaalde bestemming, dus je kijkt van: Goh, kunnen we die grond aankopen om het werk erop te realiseren? Maar dan kan ik me zo voorstellen dat het planologisch mogelijk maken van die werkzaamheden en dat goed timen met het moment van verwerven, dat dat ook nog wel een sport is.

Ada: Dat is ook een sport. En een hele belangrijke sport. Daarvoor hebben wij een afdeling ruimte en recht. En daar werken ook omgevingsmanagers en omgevingsjuristen samen om te zoeken naar de ruimte en ook om te kijken of je die bestemming kunt wijzigen. Dat doe je in samenspraak met de gemeente. En ja, die gemeenten zijn ook onze aandeelhouders. Vergis je niet, we hebben 44 gemeenten die onze aandeelhouders zijn. Die vragen jaarlijks: Jongens, hebben jullie nou je target al gehaald? Dus die zijn heel benieuwd of ze hun zonnepark kunnen aansluiten.

Carlijn: Dus je target op weg naar...

Ada: Op weg naar die energietransitie. Dus ja, daar word je dan ook op afgerekend. En nou ja, goed, de energietransitie van 2030, dat moeten we ook halen en moeten we ook faciliteren, laat ik maar zo zeggen. Dat maakt het al met al heel dynamisch en heel spannend. Nou, en als je dan kijkt naar mijn vak, hè, dus dat is dan een volgend station, dan heeft de omgevingsmanager samen met de omgevingsjurist bekeken van: Daar moet een station komen. En dan ga je engineeren. Dan zit ik dus in een heel team met engineers en die gaan kijken van: Oké, wat gaan we bouwen, hoe gaan we het bouwen, kunnen we er komen? We gaan een aannemer zoeken die het kan bouwen, dus er wordt een aanbesteding georganiseerd. Die aanbesteding wordt beoordeeld en dan pas ga je naar buiten en dan ga ik mee. Dus ik begin met samen met de engineers kijken van: Wat moet er gebeuren? Daar probeer je zo veel mogelijk die omgeving al in mee te nemen. Vervolgens ga je echt bouwen en dan kom je weer die omgeving tegen en ga je mensen uitleggen van: Wat ga ik bouwen, wanneer, hoe en waar?

Carlijn: En wat merkt u ervan?

Ada: En wat merkt u daarvan? Exact. Dat hele pakket vind ik fantastisch om te doen, want je begint bij het begin, je krijgt een opdracht vanuit dat ruimte en recht van: Jongens, ga daar maar bouwen, want dat is het stukje wat je krijgt. En vervolgens ga je met de engineer puzzelen van: Ja, wat gaan we bouwen en hoe? En past het er allemaal in? Hoe is de configuratie in het pand, maar ook onder het pand? Hoe gaan we onze kabels en leidingen er naartoe brengen? Met wie gaan we dat doen? Wie komen we tegen? Hoe kunnen we zo dimensioneren dat het heel efficiënt wordt, de verbinding. En dan moet die nog buiten aangelegd worden. En dat meeverhuizen naar die uitvoering, ja, dan maak je het ook echt af.

Carlijn: Ja, en dat is op zich natuurlijk niet gebruikelijk binnen omgevingsmanagersland, dat je bij de voorbereiding, contractering en in de realisatiefase in een project zit.

Ada: Helemaal gelijk, en dat is nou juist wat ik er zo ontzettend leuk aan vind. Ik geniet iedere dag, het is iedere dag anders. Ik heb wel veel projecten, hé. Ik zit in de schil rond de Randstad, dus ik zit van Vianen tot met de Drechtsteden en in de Hoeksche Waard en stiekem help ik nog wel eens een beetje in Goeree.

Carlijn: Maar dat zijn zo al vijf projecten die je noemt? Nou ja, dat is het gebied.

Ada: Het gebied, ja. Ik heb heel veel projecten, laten we het daar maar even op houden.

Carlijn: Je lacht er heel - ik zou bijna zeggen - stout bij, maar dat dekt de lading niet echt.

Ada: Nee, ik heb er veel. Veel projecten, maar ja, er is er niet één waarvan ik zeg: Nou, die springt er echt helemaal bovenuit, want het heeft eigenlijk allemaal zijn eigenheid. Elk gebied is anders. Soms heb je met agrariërs te maken, soms dwars door de stad. Dat is weer heel wat anders. Het is de aansluiting van een industriegebied dat misschien wat controversieel ligt bij bewoners in de omgeving. Ja, het heeft zo'n aparte dynamiek. Ik moet je eerlijk zeggen, als ik terugkijk vind ik het nog veel leuker dan ik had gedacht van tevoren toen ik solliciteerde.

Carlijn: Wat maakte dat het uiteindelijk leuker is dan je had gedacht?

Ada: Ten eerste, dat hele pakket. Ik had gedacht: Nou ja, ik ga mee naar buiten, dan zien we het dan nog wel, zoals ik het gewend was. Maar dat hele voorbereiden en met elkaar dat project bedenken. Ja, die samenwerking onderling, met supertechneuten trouwens, dat is ook heel erg leuk, dat geeft zo'n inspiratie.

Carlijn: Zijn het andere techneuten dan de werkvoorbereiders en de uitvoerders die ik gewend ben?

Ada: Ja, honderd procent!

Carlijn: O, vertel.

Ada: Nou, ze zijn ten eerste superintelligent. Ik zal nog niet zeggen dat dat bij uitvoering...

Carlijn: Ja, ik wil nu even een lans breken voor de uitvoerders en de werkvoorbereiders.

Ada: Haha. Ja, dat is zo, dat weet ik. Daar was ik ook gefascineerd door, daar wil ik niets van afdoen, maar op elektrisch gebied is het wel wat anders. Dat doe je ook echt veel vanachter het bureau, plus veldonderzoek. Maar ik vind het wel heel leuk om in die materie, waar ik eigenlijk min of meer niets van wist, mee te liften met die met de engineers. En ja, in civiele techniek was dat toch net even wat anders.

Carlijn: Was er meer afstand tussen jou en techniek in de civiele wereld?

Ada: In de civiele wereld was er met enige regelmaat - en dat was niet expres - toch wel wat afstand en hoorde ik soms wel eens dingen te laat. Dat is nu nog steeds wel eens zo, hè, dat blijft

Carlijn: Dat komt mij niet geheel onbekend voor trouwens. Ik zit in andere projecten dan waarin jij zat, maar ik moet zeer regelmatig ook sorry zeggen. Sorry zeggen van iets waarvan ik denk: Ja, nu ben ik degene die sorry zegt...

Ada: Ik herken dat en dat herken ik nog steeds.

Carlijn: Ik denk dat heel veel omgevingsmanagers in de uitvoering dat wel zullen herkennen.

Ada: Ik denk dat we daarin wel raakvlakken met elkaar hebben. Ik weet het wel zeker.

Carlijn: Ja.

Ada: En laten we eerlijk zijn, dat is ook wel een beetje de charme van het werk. Het is niet altijd leuk...

Carlijn: Dat is niet altijd leuk, nee, maar er gebeurt wel wat.

Ada: Er gebeurt wel wat, ja, het is nooit saai.

Carlijn: Nee, nee, nee, "never a dull moment".

Ada: Nee, en dat is nog steeds wel, maar ik word wel meer meegenomen in het voortraject, dus de collega's zijn echt wel van: Oja, Ada moet erbij. Ik was ook enorm verbaasd dat helemaal in het begin - toen werkte ik er echt nog maar een paar weken - er een projectleider was die zei: Ja, ik moet je nog even bijpraten, want we hebben een overleg gehad. Daar was je niet bij, maar ik wil je even bijpraten over wat we hebben besloten. Toen dacht ik: Hé, maar dat is leuk!

Carlijn: Wat gebeurt mij nou?

Ada: Wat gebeurt mij? En dat is zo gebleven. En dat maakt ook ruimte om creatief te zijn in andere dingen. Je hoeft niet zo erg aan "damage control" te doen.

Carlijn: Terwijl ik het idee heb - ik zit even te denken, hè - dat de kabels en leiding eigenaren qua omgevingsmanagement een beetje achterlopen ten opzichte van... Nou, de overheden waren als eerst, of althans, zo was het in mijn beeld. Toen kwam de aannemerij, die begon ermee en ik heb het idee dat de leidingeigenaren nu pas een beetje komen. Maar zo te horen kom je wel gelijk heel goed binnen daar.

Ada: Nou, dat is opmerkelijk, ze staan er wel heel erg voor open en ik denk ook wel dat dat is omdat je een soort, noem het nou niet een missing link, maar ze hadden altijd wel iets van: Goh, we missen in die techniek overbrengen naar buiten en van buiten naar in de omgeving. En daar hebben ze altijd toch wel aangevoeld dat daar iets miste.

Carlijn: Ze voelden wel die behoefte?

Ada: Ze voelden wel de behoefte. Misschien hebben ze dat nooit verwoord op die manier, maar het heeft toch een vlucht genomen bij ons. En dit is mijn vijfde jaar en het jaar daarvoor is Stedin begonnen met het omgevingsmanagement in deze vorm. We hadden wel strategisch omgevingsmanagers, maar die hielden zich vooral bezig met energietransitie, gemeenten helpen, meedenken, wethouders contacten, dat soort dingen. Meer bestuurlijk.

Carlijn: Ja, meer strategisch en niet zozeer met de voeten in de klei.

Ada: Exact. Ik zal niet zeggen dat ze dat nooit deden, maar de focus lag op het bestuurlijke verhaal. En dan ben je natuurlijk ook omgevingsmanager, daar doe ik niets aan af, heel belangrijk om te doen. Ze zijn er ook nog steeds, fantastisch. Maar wat wij nu doen... En er is dus recent, vorig jaar, de afdeling ruimte en recht bij gekomen met die omgevingsjuristen en omgevingsmanagers die dus kijken naar dat ruimtebeslag en aankopen van grond en kijken of we vergunningen alvast wat naar voren kunnen trekken. Ja, dat, dat vind ik dan weer fantastisch, want dan denk ik: Ja, dat is dus wat ik weer miste op mijn plekje. En zo zie je dat het een enorme vlucht neemt.

Carlijn: Er wordt niet alleen buiten gebouwd, maar ook in de organisatie, als ik het zo hoor.

Ada: Ja, zeker. Nou, we hebben er dus ook heel veel nodig. Dat zeg ik ook maar even met een knipoog naar jou bij.

Carlijn: Ja, want ik wil altijd rond de vijftien minuten eindigen. Nou, daar zitten we al goed overheen. Verras me met je tip die jij hebt voor andere omgevingsmanagers.

Ada: Mijn tip zou zijn: Jongens...

Carlijn: En meisjes!

Ada: Ja, goed, dat is waar, je hebt gelijk, Carlijn. Als ik omgevingsmanagers iets mag aanraden dan is dat: Kijk ook eens even kritisch naar welke netbeheerders er zijn die omgevingsmanagers nodig hebben. We stikken in het werk. Het is een fantastische omgeving om te werken, leuke sfeer, je werkt in een heel leuk team. Er is eigenlijk niets wat je tegen kan houden. Ik zou zeggen: Kijk ook eens of een netbeheerder jouw werkgebied zou kunnen zijn, of jouw werkgever zou kunnen zijn. En dan zou ik toch een lans willen breken voor Stedin - en ik weet dat het niet echt mag met reclame - maar dat zou ik heel erg leuk vinden.

Carlijn: Van wie mag dat niet?

Ada: Nou ja, ik dacht de reclame misschien, ofzo? Ik heb geen idee.

Carlijn: Weet je wat, dan maak ik ook gelijk reclame. Dank je wel voor je komst, Ada. Je enthousiasme is echt heel erg leuk en ik hoop dat er mensen zijn die dit horen die denken: Nou, daar wil ik toch echt wel meer van weten.

Ada: Nou, ik zou zeggen: Van harte welkom, kom ook eens gewoon een bakkie doen, dat mag ook bij ons. We praten je graag bij.

Carlijn: Goed om te horen.

Ada: En ik vond de uitnodiging bijzonder leuk, Carlijn. Ik vond het een heel leuk gesprek.

Carlijn: Nou ik ook, dank je wel. Nou, dan maak ik even heel soepel bruggetje naar mijn eigen reclame. Mocht je het leuk vinden om meer te leren over omgevingsmanagement, dan komen er weer twee nieuwe cursusdagen aan. Je kan je opgeven voor 21 februari en voor 17 april. Bedankt voor het luisteren!