Het realiseren van noodopvang voor Oekraïense vluchtelingen in een land waar al sprake is van een woningtekort brengt de nodige uitdagingen op het gebied van omgevingsmanagement met zich mee. Omgevingsmanager Lilian Nijzink heeft een achtergrond in de community building en nam deze inzichten mee toen zij de komst van een flexwijk begeleidde in de gemeente Goeree-Overflakkee. In deze aflevering deelt zij haar ervaringen en kijkt ze terug welke lessen andere omgevingsmanagers hieruit mee kunnen nemen.
Transcript van de aflevering:
Carlijn: Welkom bij een nieuwe aflevering van Omgevingsmanagement, de podcast. Mijn naam is Carlijn Bergshoeff en mijn gast van vandaag is Lilian Nijzink. Welkom Lilian.
Lilian: Ja, dankjewel. Ik vind het leuk om hier te zijn.
Carlijn: Ja, ik vind het ook leuk dat je er bent. Wil je wat meer vertellen over jezelf?
Lilian: Ja, dat is goed. Ik ben Lilian Nijzink inderdaad. Ik ben 31 jaar. Ik heb een zoontje en ik werk nu anderhalf jaar als omgevingsmanager.
Carlijn: En dan vooral met een focus op omgevingscommunicatie heb ik begrepen?
Lilian: Ja, dat klopt. Ik werk bij een bureau van Rieke van Wijngaarden. Zij is ook een keer in de podcast bij jou geweest. En wij richten ons echt inderdaad op de zachte kant van omgevingscommunicatie, dus de marketing eromheen. En niet zozeer het juridische en het technische.
Carlijn: Ja, en het project waar we het vandaag over gaan hebben, dat is het flexdorp dat jullie hebben gebouwd bij de gemeente Goeree-Overflakkee.
Lilian: Ja, dat klopt.
Carlijn: Wil je daar kort wat over vertellen?
Lilian: Ja, dat is goed. We zijn anderhalf jaar geleden gestart met de bouw van de flexwoningen. Of ja, de bouw. Ja, dat klopt wel wat ik zeg. Maar eigenlijk werden ze gewoon als units geleverd en op elkaar gestapeld.
Carlijn: Gewoon prefab.
Lilian: Ja, prefab. Maar goed, er moest natuurlijk wel van alles gebeuren aan de grond. Dus de omgeving moest wel daarover op de hoogte gesteld worden. En die flexwoningen zijn bedoeld voor de Oekraïnse vluchtelingen. Er wonen nu 300 Oekraïnse vluchtelingen in die woningen. En goed, dat was wel een verandering voor de buurt. De mensen eromheen keken eerst uit over de polder. En toen kregen ze te horen dat we daar flexwoningen gingen bouwen voor Oekraïnse vluchtelingen. Dus ten eerste wordt er gebouwd en ten tweede is het voor vluchtelingen, waar mensen soms toch een bepaald beeld bij hebben. Dus daarom heeft de gemeente mij ingeschakeld als omgevingsmanager, omdat zij toch ook wel aanvoelden van: Oké, hier kan veel weerstand gaan komen. En ja, vandaar.
Carlijn: En kwam die weerstand ook?
Lilian: Ja, die weerstand kwam wel. Die merkte ik al gelijk bij de eerste bewonersavond. Dat was in juni 2023, zo vlak voordat we beginnen met de bouw. En de mensen waren daarvoor al wel op de hoogte gesteld, maar dit was dan de bewonersavond en er konden mensen komen om vragen te stellen over het project en hun zorgen te uiten ook wel. En we hadden ook dan een paar bewoners uitgenodigd, een paar Oekraïnse vluchtelingen.
Carlijn: Dus toekomstige bewoners uitgenodigd?
Lilian: Ja, toekomstige bewoners. En dus de buurt. En die sfeer was best wel grimmig, moet ik zeggen. Ja, weet je… er was een beetje verdeeldheid, want er waren ook mensen die komen van het eiland en die hebben bijvoorbeeld de watersnoodramp meegemaakt, dus ja, sommige mensen hebben juist een heel warm hart naar vluchtelingen toe en die waren er echt wel blij mee dat deze plannen er waren. Die vonden het goed dat het zou gaan gebeuren, maar andere mensen hadden er toch wel een heel sceptisch beeld over. En dat lieten ze ook merken.
Carlijn: En hoe merkte je dat?
Lilian: We hadden ook een plenaire bijeenkomst. We hadden een soort marktje gecreëerd en daar liepen mensen gewoon een beetje rond. Daar konden ze vragen stellen. En we hadden een paar standjes van de woningcorporatie. Van mij, van de communicatiestand. En van de aannemer. Maar we hadden daarnaast een plenaire bijeenkomst, waarin een presentatie werd gegeven over de plannen. Daarna mochten mensen dus ook tijdens die presentatie vragen stellen. En er werden wel dingen geroepen… van discriminatie enzo...
Carlijn: Het was weinig constructief als ik het zo hoor.
Lilian: Ja, dus dat was wel even schrikken. Ik zat er samen met Rieke en wij keken elkaar ook aan van: We hebben best wel wat meegemaakt, maar dit was wel next level, zeg maar. Dus het ging wel echt een beetje een randje. Mensen gingen tegen elkaar roepen, en er waren ook natuurlijk mensen bij die het echt niet vonden kunnen, dus die spraken dan weer wat mensen aan van: Dat kan je niet roepen of dat kan je niet zeggen. Er werden dingen geroepen als van: Die mensen moeten gewoon in hun eigen land blijven. En ze zijn niet welkom hier. Dit is ons land. Het is vol genoeg.
Carlijn:Hoe gingen jullie daarmee om op dat moment? Was er een gespreksleider?
Lilian: Ja, er was een gespreksleider. En uiteindelijk is er wel gepraat met die meneer ook vooral die dat een beetje veroorzaakte. Maar goed, ja, dat krijg je natuurlijk weleens bij zo'n plenaire bijeenkomst en dan zo'n vragenronde achteraf. Het hoort er ook wel ergens een beetje bij. Verschillende geluiden moeten gehoord worden. En ja, het maakte misschien andere mensen wel wat meer empathischer voor het hele plan, want die dachten misschien juist weer van: Oh, ja, maar ik vind het dan toch wel belangrijk dat het er komt, want dat is niet mijn mening. Dus ja, het hoorde er ook wel een beetje bij.
Carlijn: Ja, maar er is ook altijd wel weer een grens en dat is best wel even balanceren. Je moet aan de ene kant ruimte geven aan alle sentimenten die er leven, maar er is wel weer een grens.
Lilian: Ja, nee, dus dat werd ook wel afgekapt op dat moment. En ik weet dat die meneer, die is toen ook wel wat eerder weggegaan.
Carlijn: Dus dan heb je een best wel emotionele bewonersavond gehad, als ik dat zo mag noemen. Want, dat vergeet ik wel eens, maar boosheid is ook een emotie. En dan ga je verder met je communicatietraject. Hoe heb je dat ingestoken?
Lilian: Nou ja, het begon eigenlijk met dat we wel echt bedachten van: Oké, we moeten mensen echt heel goed op de hoogte gaan houden van de hele bouw en het proces en wat we aan het doen zijn. En een middel wat wij dan eigenlijk altijd wel gebruiken is de BouwApp. Dus daarmee kunnen we natuurlijk gewoon updates sturen over de werkzaamheden, over de voortgang. Maar niet alleen maar daarover, maar we gebruikten de BouwApp ook om verhalen te vertellen over de nieuwe buurtbewoners, dus die BouwApp was heel belangrijk en die namen we dan dus ook mee met elke bewonersbrief van: Download de Bouwpp en volg de werkzaamheden op de voet. En we hadden ook grote bouwhekdoeken opgehangen met QR-code, om soms ook weer naar die BouwApp te leiden.
Carlijn: Even één vraagje die wel bij mij binnen schiet: Dus je hebt een bewonersavond gehad en het gaat al vrij snel over werkzaamheden, maar is er nog veel ruimte geweest voor een voortraject om mensen daar mee te nemen en belangen af te wegen.
Lilian: Ja, er is een klankbordgroep opgericht. En eigenlijk ben ik pas aangesloten toen de uitvoering kwam. Daarom begin ik daar ook een beetje, maar ze waren al een jaar bezig, de gemeente en de woningcorporatie, met het hele plan en in gesprek gaan met de buurt. En daaruit kwam ook voort van: Oké, er is best wel wat weerstand. Als we straks in uitvoering gaan en de plannen zijn rond, dan moeten we een omgevingsmanager hebben. En toen kwam ik. Dus zeker, het is een voortraject geweest, dat wel.
Carlijn: Ja, en heeft de klankbordgroep jou nog geholpen? Ook met pointers voor je communicatie? Van: Goh, besteed hier en hier aandacht aan, dan landt je boodschap goed?
Lilian: Nou, ik heb niet zo heel veel met de klankbordgroep gezeten, maar ik weet wel dat daar best wel vraag was, naar goede communicatie. Dus ze wilden graag op de hoogte gehouden worden. Daarom hebben we een hele mix bedacht van communicatiemiddelen. Ik heb nu de BouwApp genoemd, maar we hebben ook meerdere video's gemaakt.
Carlijn: Dat vind ik even interessant. Wat voor video's heb je gemaakt? Wat laat je zien op zo'n moment?
Lilian: We hebben een projectvideo gemaakt, halverwege het project. Daarin heb ik de wethouder geïnterviewd en de directrice van de woningcorporatie en een vluchteling. Eigenlijk gewoon mensen die heel veel te maken hebben met het project. Dus die hebben we aan het woord gelaten en we hebben daarin ook wat beelden van de woningen laten zien, want mensen waren ook wel heel erg sceptisch over het feit van: Hoe komen die woningen eruit te zien? Want flexwoningen, mensen denken ook wel vaak aan van die containers, van die bunkers, zeg maar. Maar dat was het niet. Het is echt een heel mooi park geworden.
Carlijn: Dat helpt wel, denk ik…
Lilian: Ja, dat hielp zeker. Dat hebben we vooraf ook wel laten zien met van die 3D-tekeningen., maar als het er echt staat, dat zegt dan toch ook uiteindelijk meer dan dat je zegt dat je dat gaat doen. Dus daar waren de mensen ook wel heel blij mee en dat keerde ook wel een beetje het sentiment, omdat het er gewoon echt heel mooi uitziet. Het is echt een soort vakantieparkje.
Carlijn: En hoe merkte je dat dat sentiment omsloeg?
Lilian: Eén pijler waaraan ik dat een beetje kon merken waren ook wel de likes en de dislikes op de BouwApp.
Carlijn: Kun je ook disliken op de BouwApp?
Lilian: Ja, inderdaad. Je kan een duimpje naar beneden doen, maar je kan ook een bezorgd poppetje doen. Dus daaruit kan je ook al merken van: Oh, mijn berichten worden niet echt gewaardeerd, dus het project ook niet echt. En dat merkte ik dus echt in het begin heel erg. Er gingen veel meer duimpjes naar beneden dan dat er omhoog gingen. En dat ik echt bij elke update dacht van... en dat ik ook weleens aan mijn collega's vroeg van: Willen jullie even een duimpje omhoog steken bij mijn update? Want anders heb ik alleen maar duimpjes naar beneden. Maar gedurende het project hoefde ik dat echt niet meer te vragen, want er kwamen steeds meer duimpjes omhoog. En als ik een tevredenheidsmonitor eruit stuurde, ook via de BouwApp, dan merkte ik ook dat mensen positief waren over hoe de huisjes eruit zagen. En fijn dat we zo goed op de hoogte worden gehouden. En wat leuk, die verhalen die je deelt over de Oekraïnse vluchtelingen. We gaven die mensen echt een gezicht. En dat heeft er echt heel erg aan bijgedragen. En dat deden we niet alleen maar in de BouwApp, want je hebt natuurlijk te maken met wat oudere mensen op het eiland. Dus we moesten ook echt wel gedrukte bewonersbrieven bezorgen. Maar we hebben ook een boekje gemaakt. Een interviewboekje met allemaal verhalen erin over de gezinnen die daar kwamen te wonen. En daarin hebben we echt laten zien van: Kijk, deze mensen die wonen er al twee jaar. Al in 2022, toen de oorlog uitbrak, zijn ze naar Nederland gekomen en toen hebben ze eigenlijk overal en nergens gewoond, maar wel vaak al op het eiland. Ze hadden al een baan, de kinderen gingen al naar school, maar nu gingen ze dan echt naar een plekje waar ze in ieder geval de komende vijf jaar konden blijven. Maar goed, ze waren dus al bekend met de cultuur en met het eiland. Veel spraken al Nederlands. En dat hebben we allemaal in dat boekje omschreven. En daar kwamen ook al heel veel leuke reacties op. Ik heb zelfs een reactie gekregen van wat buurtbewoners, wat Nederlandse buurtbewoners, die zeiden: Wat leuk dat boekje. Wij willen graag ons ook voorstellen aan de nieuwe mensen, mogen wij ook onze verhalen insturen met oto's? Dan kan je dat ook weer aan hen laten zien. Dus zo merkte ik wel echt van: Oké, we brengen ze nu echt samen.
Carlijn: Ja, en heb je dat ook gedaan?
Lilian: Ja, uiteindelijk wel. Kijk, we hebben wat verschillende evenementen georganiseerd. Ook al voor de burgemeesters en voor de raad, maar uiteindelijk voor de buurt. En daar bij al die evenementen, bij al die momenten, nodigden we de Oekraïense vluchtelingen uit om ook een bijdrage te leveren aan het evenement. En dat hebben ze gedaan door eigen Oekraïnse hapjes te maken. En die vonden de Nederlanders heel erg lekker. Ze vroegen ook naar de recepten achteraf. En er zaten ook wat muzikanten bij. Die hebben dan heel mooi viool gespeeld en gezongen op zo'n evenement. Dat zorgde ook weer voor verbinding natuurlijk. Muziek, eten.
Carlijn. Ja, wat leuk. Want waar ik even op aansluit, je hebt een achtergrond in community building, hè?
Lillian: Ja, dat klopt.
Carlijn: Ik ben niet heel bekend met community building, maar volgens mij is dat wel waar we het nu over hebben en is dat ook iets wat misschien voor omgevingsmanagers interessant is om meer over te horen. Wat is community building?
Lilian: Ja, wat is community building? Ja, dat betekent natuurlijk eigenlijk gewoon dat je mensen bij elkaar brengt. En de uitdaging zit hem vaak in mensen van verschillende komaf of met verschillende perspectieven. Die breng je samen. En dat heb ik eerder gedaan als community manager in een hele andere markt voor een ander bedrijf. Maar daar was het voor ondernemers, zelfstandigen die voor zichzelf werkten. En ze werkten in allemaal verschillende markten, maar ze vonden het eenzaam natuurlijk om thuis achter je laptop alleen maar te werken. Dus wij hadden een locatie waar we al die ondernemers samen konden brengen. En daar organiseerden we dan vaak evenementen voor. En ja, zodat ze met elkaar in gesprek gingen. En dat heb ik dan dus nu ook wel meegenomen in dit project. Dat vond ik wel heel erg leuk om te doen.
Carlijn: Ja, zo te horen werkte dat ook wel.
Lilian: Ja, dat werkte. En we konden dat vooral merken aan het eindfeest. Dus we hadden het in het begin natuurlijk over die bewonersavond die een beetje grimmig was. Er waren toen veel verschillende geluiden. En het eindfeest was gewoon super positief. Dat was dan een jaar later, niet heel lang geleden. In oktober hebben we dat gevierd en we hadden geluk met het weer. Het was een zonnige dag en dat was maar goed ook, want we deden het in het binnenterrein van de woningen. Op het buitenterrein bedoel ik, op het gras. En het was een hele mooie dag. We hadden allemaal spelletjes georganiseerd voor de kinderen. We hadden een groot springkussen staan. Mensen konden poffertjes halen. Natuurlijk echt Nederlands. En weer die Oekraïnse hapjes, heel erg van hun cultuur. En er stonden natuurlijk weer Oekraïense muzikanten muziek te maken, wat heel leuk was. En er waren een paar Oekraïense gezinnen, die vonden het ook leuk om hun woning open te stellen. Want mensen hadden de woningen natuurlijk al van buitenaf kunnen bekijken. En ze zagen, nou het ziet er mooi uit. Maar er waren ook vier gezinnen die zeiden: Ze mogen ook wel een kijkje binnen.
Carlijn: Wat attent.
Lilian: Ja, dus het was wel heel leuk. En dan kan je zien hoe zij dat dan weer inrichten. Ik moet zeggen, Oekraïners zijn wel echt verzamelaars, dus echt heel veel spullen.
Carlijn: Allemaal kabouterbeeldjes?
Lilian: Ja, heel veel… gewoon ook heel veel plantjes. Het stond helemaal vol. Maar ja, zij worden daar gelukkig van. En ze vonden het helemaal leuk om te laten zien aan die mensen.
Carlijn: Ja, als je dat trots ziet. En dat mensen ook gewoon wel echt heel zuinig zijn op hun spullen, dan is dat wel een geruststelling, denk ik. Als jij bij vluchtelingen toch een beetje een unheimisch gevoel hebt en je komt uiteindelijk bij iemand thuis die gewoon heel trots is op haar huis - of zijn huis - an geeft dat wel een bepaald gevoel, denk ik.
Lilian: Ja, nee, dat was het echt. En kijk, ze spreken nog niet allemaal Nederlands, want er zijn wat vrouwen die vaak eerder zijn gekomen met de kinderen. En later is dan ook de man erbij gekomen, die er nog maar net een paar maanden is. Ik moet zeggen, die kinderen spreken over het algemeen echt heel goed Nederlands, maar die volwassenen, die moeten natuurlijk echt op les en dat leren. Dus er werd ook wel gepraat via Google Translate, maar het werd wel echt geprobeerd. En dat was echt heel leuk om te zien, moet ik zeggen.
Carlijn: En bij zo'n eindfeest, zie je daar dan ook de mensen die in het begin heel kritisch waren bij de eerste informatieavond?
Lilian: Ja, die heb ik ook gezien.
Carlijn: Dat is positief.
Lilian: Dat is zeker positief. Ik denk dat ze ook wel nieuwsgierig waren. Dus ik heb wel zelf de gezichten gezien, ook de mensen die sceptisch waren. En ik loop daar natuurlijk anderhalf jaar rond, dus je gaat die mensen een beetje leren kennen. Ze kenden mij ook wel heel goed, moet ik zeggen. Mijn foto werd dan ook wel vaak gedeeld en ook in het projectmagazine, wat we in het begin hebben verspreid. Daar werd ik dus voorgesteld als omgevingsmanager, dus dat was zo grappig om te merken dat als ik daar rondliep op de bouw, dan zag ik vaak mensen zo achter die bouwhekdoeken naar mij kijken, naar mij wijzen en elkaar zo een beetje aanspreken van: Hé, jij bent toch Lilian? Dus dan zei ik: Ja, dat ben ik. Oh ja, ik ken jou al van het magazine, daar had ik je al gezien en dit en dat.
Carlijn: Ach, wat lief.
Lilian: Dus dat was wel grappig. Ik merkte dat die mensen daar ook wel behoefte hadden aan een gezicht, aan een aanspreekpunt. En dat was ik dan. En het helpt dan wel dat ik dan als omgevingsmanager in opdracht van de gemeente en van de woningcorporatie werkt. Mensen zijn soms wel sceptisch over het plan of ze zijn boos of geïrriteerd, maar ik kon er allemaal niets aan doen, zeg maar. Tegen mij was het allemaal wel oké hoe ze zich gedroegen.
Carlijn: Ja, het was niet op de man.
Lilian: Nee, nee.
Carlijn: En het vind ik nog wel even interessant dat je dat aanhaalt, want het is een gezamenlijk project van de gemeente en de woningbouwcorporatie. Wat is de rol van de woningbouwcorporatie hierin?
Lilian: De woningcorporatie is echt eigenaar van de woningen. Dus zij beheren de 111 flexwoningen. En de gemeente huurt het van de woningcorporatie. Dus nu is er afgesproken dat het de eerste vijf jaar voor de Oekraïense vluchtelingen is bedoeld. Die zitten ook helemaal vol natuurlijk, want er is natuurlijk een woningtekort. Maar daarna is de bestemming nog niet bekend. Dat gaan zij samen beslissen.
Carlijn: Dus die flexwoningen zijn er wel “to stay” in principe?
Lilian: Ja. Kijk, ze kunnen er 50 jaar blijven staan. Dat is zeg maar de houdbaarheidsdatum.
Carlijn: De flex is 50 jaar.
Lilian: Ja, maar of dat ook zo is, daar hebben ze de vergunning niet voor. Dus het zou zomaar kunnen dat uiteindelijk het wordt afgebroken.
Carlijn: En dat mensen hun polder weer terugkrijgen.
Lilian: Ja, maar goed, als deze flexwoningen er niet waren gekomen, was er vast iets anders gebouwd. Want ja, er is gewoon woningtekort. En het terrein was al bedoeld dat er ooit gebouwd zou worden. Alleen niet op de korte termijn. En dit moest snel gerealiseerd worden. Daarom was dit ook de locatie die aangewezen werd van: Oké, die kunnen we dan gebruiken voor de flexwoningen.
Carlijn: Oké, ik heb een laatste vraag voor je, want ik vind het altijd leuk om te eindigen met inspiratie voor collega-omgevingsmanagers. Wat zou jij willen meegeven aan collega-omgevingsmanagers als inspiratietip?
Lilian: Nou, voor dit project was het dan dus heel belangrijk om de mensen die er kwamen te wonen, de Oekraïnse vluchtelingen, echt een gezicht te geven. Dus dat zou ik altijd doen in je projecten. Het kan ook op een andere manier natuurlijk. Dit was dan een project waarbij dat echt kon, omdat we met mensen te maken hadden, nieuwe buurtbewoners. Maar je kan het ook op een andere manier doen, want ik merk ook op de BouwApp of op andere media, middelen die ik gebruik, dat als ik een gezicht in beeld zet, dus ook op LinkedIn bijvoorbeeld, als er een afbeelding is van gezichten van mensen en daar een verhaal achter, een quote, dat slaat altijd beter aan dan iets heel stugs en technisch over de werkzaamheden.
Carlijn: Ja, daarmee geef je letterlijk een gezicht aan.
Lilian: Ja, juist.
Carlijn: En dat is eigenlijk ook de grootste takeaway voor mij uit deze aflevering. Wat ik heel leuk vind om te horen, is dat mensen letterlijk helemaal hun woning hebben opengesteld. En dit is ook iets waarvan ik denk: Goh, dat kan je ook altijd in andere projecten gebruiken als omgevingsmanager. Je hebt inderdaad de avonden waarbij je met z'n allen in een zaaltje zit en de een is boos en de ander is niet boos en weet ik het wat. Maar als je bij elkaar te gast bent - en dat kan in allerlei vormen - maar letterlijk een kijkje in elkaars keuken nemen, dat dat wel echt het begrip heel erg kan vergroten. Dus dat vind ik ook een hele mooie uit jouw verhaal.
Lilian: Nee, dat is er ook zeker eentje om mee te nemen in alle projecten. Want inderdaad, wat je zegt, we hadden een bewonersavond en dat zit dan weer ergens in een buurthuis. Helemaal niet op het project, maar op het project met elkaar samenkomen, een kijkje in de keuken bij iemand, dat creëert wel veel draagvlak, moet ik zeggen.
Carlijn: Ja, mooi. Lilian, ik wil je heel graag bedanken voor je verhaal.
Lilian: Dank je wel.
Carlijn: En luisteraars, ik wil je graag bedanken voor het luisteren. Dit is de laatste aflevering alweer van 2024. Wat ik zelf merk, een podcast is vrij anoniem en ik vind het altijd heel leuk om reacties te krijgen van luisteraars. Dus wat vind je leuk om te horen? Wat zou je graag volgend jaar willen horen? Wat zou je anders willen zien in een podcast? Alle reacties zijn welkom. En ik zie het graag tegemoet als je een mening hebt over de podcast. Voor nu, bedankt voor het luisteren en fijne feestdagen gewenst.